Jan Onderwater


De eerste wegwijzer op mijn pad.

Datum:

22 Nov 2019

Gewijzigd:

20 Jan 2020

Periode:

Van 14 jaar tot 21 jaar

Volgorde:

1


Geen foto

Na de Gistfabriek ga ik bij een aannemer in Delft werken. Jan Onderwater is daar uitvoerder. Hij moet zorgen dat wij de klussen op tijd, binnen het budget en tot tevredenheid van de klant klaren. Jan is een stille rustige man van rond de 45. Bij eerste indruk komt hij nors en onvriendelijk over, maar dat valt mee. Die afstandelijke indruk komt wellicht door z’n scheve onderkaak; iets uit de oorlog waar hij niet over praat. Z’n gezicht heeft iets van een kruisbek. Maar z’n scherpe slimme blauwe ogen verraden onverzettelijkheid. Hij is streng, maar direct en zonder achterbaksheid.

Al snel krijg ik een maatje mee om zelfstandig klussen te doen. Voor mij is dat als 16-jarige zonder affiniteit met gezag, heel onwennig; ik ben ineens een soort “baas”. Het voelt of Jan me beschermt. Hij ziet wat in me en dat uit zich in het soort werk dat hij opdraagt. Slechts één keer een rotklus, daarna doorgaans schoon “burgerwerk”.

Samen met een iets oudere timmerman ben ik een woningbouw project aan het aftimmeren. We brengen koplatten en plinten aan en hangen de binnendeuren af. Dat laatste is een precies werkje. De eerste drie deuren is even wennen, maar daarna doe ik de overige 300 met twee vingers in m’n neus. De taakverdeling is dat mijn maat de deuren pas schaaft en dat ik de scharnieren en de sloten doe. Jan Onderwater komt regelmatig kijken hoe het werk vordert. Na een paar deuren roept hij me bij zich en wijst op een enkele schroef die ik scheef in het scharnier heb gedraaid: “Kijk Jan, dit kun je beter! Als straks die huisvrouw met haar stofdoekje achter de schroefkoppen blijft haken, dan krijg ik dat op m’n boterham; en jij kunt me helpen. Wil je zorgen dat die koppen vlak onder het blad liggen?”

Ik ben het nooit meer vergeten.

Het is winter en we zijn met een vrij grote ploeg aan het werk bij de Gasfabriek. We maken de fundering voor een nieuwe gashouder. In een cirkelvormige sleuf met een diameter van ongeveer 30 meter, zijn houten palen in de grond geslagen. Het is mijn taak om met een maatje de paalkoppen op gelijke hoogte af te zagen. Dat gaat met een trekzaag en de eerste dag is er geen vuiltje aan de lucht. De volgende dag is het andere koek. Het grondwater is omhoog gekomen en het heeft s ‘nachts gevroren. Het water staat nu iets boven de lijn waarop wij moeten zagen en er ligt een laagje ijs. Allemachtig, wat doen m’n handen pijn…

Op dát moment schiet het door me heen: “Jan Kila, jongen, dít ga jij niet je hele leven blijven doen!”

Nou, dát weet ik dan. De vraag ik nu; wie,  wat en hoe? Als eerste denk ik aan m’n vader. Maar ik vrees dat ik bij hem niet verder kom. Hij is mislukt als  petroleumventer, is dwangarbeider geweest voor de moffen en werkte als sjouwer in de bouw; ik twijfel bij voorbaat aan zijn raad. Bovendien is hij nu doodziek en nauwelijks aanspreekbaar. In de zomer van ‘55 overlijdt hij, 48 jaar.

Ik vraag het Jan Onderwater: “Maak eerst de avond Ambachtsschool af. Ga dan naar het VMTO en als dat lukt, kun je door naar de avond-MTS”.

De 'Gistfabriek' is de Koninklijke Nederlandse Gist- en Spiritusfabriek. 

De 'aannemer' is het aannemingsbedrijf van den Berg en van der Klis.

Een gashouder is een grote stalen uitschuifbare cylinder. Het gas blijft daar onder druk bewaard. In een gasfabriek vergast men steenkool en het verkregen gas gebruikten we in die tijd voor verlichting en om te koken. Net als thans het aardgas gaat het transport via leidingen van de fabriek naar de verbruikers.